PEN leest: “Cartooning Syria”

In het onlangs verschenen boek Cartooning Syria zijn 130 kleurenreproducties opgenomen van cartoons door Syrische en Nederlandse cartoonisten, begeleid door toelichtende essays. De tekeningen worden momenteel geëxposeerd in de tentoonstelling Getekend Syrië / Cartooning Syria die tot en met 21 mei te bezichtigen is in Arti et Amicitiae, Rokin 112 te Amsterdam. Daarna is de tentoonstelling te zien in Lillehammer, Noorwegen, tijdens het congres van WIPC/ICORN van PEN International.

De meesten van de 28 Syrische cartoonisten van wie werk te zien is op de tentoonstelling Cartooning Syria in Arti et Amicitiae wonen niet meer in Syrië. Zij vluchtten, en volgen en becommentariëren de situatie in hun land nu vanuit Zwitserland, Turkije, Duitsland, de Verenigde Staten van Amerika, Frankrijk, Zweden, Koeweit, Dubai, de Verenigde Arabische Emiraten, Canada, België en Saoedi-Arabië. Ze zijn dus aangewezen op berichtgeving van anderen uit en over een land waar van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting al sinds 1963 geen sprake meer is.

Dat doen zij in een ook voor buitenstaanders niet mis te verstane taal. ‘Cartoons speak a universal language. Sometimes the text needs to be translated, but that is unnecessary for most cartoons. You can laugh, cry or get excited about them at first glance, and sometimes readers may have to think a little’, schrijft Ronald Bos, initiatiefnemer van de tentoonstelling en samensteller van het boek in zijn voorwoord.

Hoewel de cartoons prima op zichzelf kunnen staan, voegen de stukken van Joost Pollman – How the Map of Syria became a Cartoon Character – en Theo de Feyter – The Chair – nuttige informatie toe. Met name het stuk van De Feyter over de manier waarop stoelen afgebeeld worden – ‘the chair represents many different aspects of a dictatorial regime’ – dwingt tot nog nauwkeuriger kijken naar de tekeningen.

Dat het werk dat de cartoonisten doen risicovol is, blijkt uit een artikel waarin Akram Raslan wordt herdacht. Raslan moest zijn tekeningen tegen het regime van Assad in 2013 met de dood (in gevangenschap) bekopen. ‘The regime knows artists are dangerous, because they can spread awareness among people. Thus, they will not hesitate to eradicate artists and freedom seekers. To them, artists are more dangerous than armed insurgents, because they are leaders of real change towards justice, freedom and equality’, volgens kunstenaar/activist Fadwa Suleiman.

Op de tentoonstelling is ook werk van een aantal Nederlandse, Vlaamse en Noorse cartoonisten te zien. Met hen sprak Gert Jan Pos over het risico op herhaling – de (burger)oorlog duurt inmiddels al zes jaar – en het vermijden van al te voor de hand liggende beelden.
De meesten blijken niet zo bang te zijn voor repeterende beelden. Lectrr – zijn cartoons staan in De Standaard en tal van buitenlandse kranten: ‘Cartoonists look for images they can use to denounce the suffering in the world. And sometimes they come up with indelible images that stand the test of time, representations of power and injustice that last for centuries and are immediately recognizable for everyone. Unfortunately there are always new villains arising from new circumstances. And cartoonists always find new ways to portray them.’

In Cartooning Syria zijn na de toelichtende essays 130 kleurenreproducties opgenomen van de tekeningen die op de tentoonstelling te zien zijn.

PEN Nederland heeft financieel bijgedragen aan de totstandkoming van de tentoonstelling.

Cartooning Syria
Ronald Bos (et al)
Amsterdam : Jurgen Maas, 2017
ISBN 978-94-91921-36-0

Het boek ‘Cartooning Syria’ is o.a. hier te bestellen.